representeert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·pre·sen·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
representeren |
representeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van representeren
- Jij representeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van representeren
- Hij representeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van representeren
- Representeert!