reiskostenvergoeding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reis·kos·ten·ver·goe·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reiskostenvergoeding reiskostenvergoedingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de reiskostenvergoedingv

  1. geld dat een werknemer krijgt om op en neer van huis naar het werk te reizen
     Ook CNV ziet dat veel werkenden het steeds lastiger hebben. De vakbond roept het kabinet vandaag op de maximale onbelaste reiskostenvergoeding te verhogen van 19 naar 23 cent. "We krijgen tientallen meldingen binnen van leden voor wie het reizen naar het werk onbetaalbaar is geworden."[2]
     Hoe het eerder verhogen van de reiskostenvergoeding betaald moet worden, is nog niet helemaal duidelijk. Heinen wil daarvoor in ieder geval het geld gebruiken dat vrijkomt door het eerder afschaffen van de zogeheten jubelton, waarmee ouders hun kinderen belastingvrij geld kunnen schenken voor de aankoop van een huis.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “FNV verwacht acties winkelpersoneel: 'Ik werk 40 uur en kan niet rondkomen'” (Dinsdag 22 maart 2022, 12:08), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Kamer: energiecompensatie voor meer mensen, kilometervergoeding sneller omhoog” (Dinsdag 22 maart 2022, 19:43), NOS