regulatorisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·gu·la·to·risch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van regulatoir met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | regulatorisch | regulatorischer | |
verbogen | regulatorische | regulatorischere | |
partitief | regulatorisch | regulatorischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
regulatorisch [1]
- betrekking hebbend op
Gangbaarheid
- Het woord regulatorisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.