reclameluw

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cla·me·luw
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen reclameluw reclameluwer reclameluwst
verbogen reclameluwe reclameluwere reclameluwste
partitief reclameluws reclameluwers -

Bijvoeglijk naamwoord

reclameluw

  1. met weinig of geen reclame
     Het kabinet houdt wel vast aan het "reclameluw" maken van de publieke omroep. Vanaf 2022 wordt ieder jaar minder reclame uitgezonden, totdat in 2027 het aantal reclameminuten gehalveerd is.[1]
     CDA-Kamerlid Harry van der Molen vindt dat de NPO ‘een dubbele boodschap’ afgeeft. ,,Eerst zeg je dat je het niet met minder reclame kunt doen en nu gooi je misschien wel een miljoen van je eigen geld weg voor talkshowoorlog. Ik begrijp dat oorlogen duur zijn – en de NPO lijkt de slag ook te winnen – maar het is wel opvallend als je je zo verzet tegen het reclameluw maken van de NPO.” Door ‘vrijwillig’ een reclameblok te schrappen ‘wordt dat argument wel verzwakt’, vindt Van der Molen.[2]


Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 7 juni 2023 Weblink bron “Geen online reclame meer bij publieke omroep, maar televisiereclame overdag blijft” (Woensdag 8 juli 2020), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 7 juni 2023 Weblink bron
    Hanneke Keultjes
    “Kamer verrast door schrappen reclameblok in talkshowoorlog: ‘Dit vergeten we niet’” (19-01-2020), Tubantia