rétamer
Frans
Uitspraak
Werkwoord
rétamer
- (spreektaal) doden [1]
- (spreektaal) dronken voeren [1]
- (spreektaal) op zijn donder geven
- «Après le match, Lucien s'est fait rétamer par un supporter du PSG.»
- Na de wedstrijd heeft Lucien op zijn donder gekregen van een supporter van Paris Saint-Germain.
- «Après le match, Lucien s'est fait rétamer par un supporter du PSG.»
se rétamer
- wederkerend (spreektaal) vallen, onderuitgaan
- «Jeannot s’est rétamé la gueule par terre.»
- Jeannot is met zijn bek tegen de grond gegaan. [1]
- «Jeannot s’est rétamé la gueule par terre.»