protesteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: protesteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pro·tes·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
protesteren |
protesteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van protesteren
- Jij protesteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van protesteren
- Hij protesteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van protesteren
- Protesteert!