procedeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·ce·deert

Werkwoord

vervoeging van
procederen

procedeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van procederen
    • Jij procedeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van procederen
    • Hij procedeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van procederen
    • Procedeert!