pretlichtje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pret·licht·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pretlichtje pretlichtjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het pretlichtjeo

  1. een glimmende spiegeling in het oog van iemand die plezier heeft
     Wanneer hij hoort dat het interview minimaal een uur zal duren, verschijnen pretlichtjes in zijn ogen en fluistert hij met krakende stem: “Dan heb ik misschien wel twéé glazen wijn nodig.”[1]
     Zo helder als de pretlichtjes in haar ogen waren telkens als de Belgische televisiekijker hen samen zag, zo duister zal het nu in de geest van Miet Smet zijn.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “‘Artiest zijn is geen werk’” (14/05/2010), HP de Tijd
  2. Bronlink Weblink bron “De fonkelende ogen van Wilfried Martens (1936-2013)” (10/10/2013), HP de Tijd