presionar
Uiterlijk
- pre·sio·nar
presionar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
presionar |
presionaba |
presionado |
volledig |
- onovergankelijk drukken
- druk uitoefenen op
- overgankelijk drukken, aandrukken
- aandringen bij
- [4] insistir