praatgraag
Uiterlijk
- Geluid: praatgraag (hulp, bestand)
- praat·graag
- samenstelling van praat ww en graag
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | praatgraag | praatgrager | praatgraagst |
verbogen | praatgrage | praatgragere | praatgraagste |
partitief | praatgraags | praatgragers | - |
praatgraag
- geneigd tot kletsen, loslippig, graag pratend
- De praatgrage meisjes hadden niet door dat de film al begonnen was.
- Het woord praatgraag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.