poulewinnaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pou·le·win·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord poulewinnaar poulewinnaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de poulewinnaarm

  1. (sport) winnaar van een groep van sporters of teams die het tegen elkaar spelen in de voorronden van een competitie of toernooi
     Oekraïne was al uitgeschakeld. Polen kon nog poulewinnaar worden. Het leek echter alsof die rollen omgedraaid waren. Polen kreeg via Robert Lewandowski nog wel vroeg een kans op de 1-0 (de spits schoot van dichtbij over), maar daarna was het Oekraïne voor en na.[1]
     Het is een droom die uitkomt voor de stad in de Achterhoek. "We wisten al sinds de loting in november dat als Nederland eerste zou eindigen in de poule, dat ze hier de kwartfinale zouden spelen. Veel mensen zaten hier dan ook voor de buis te hopen dat de Oranjevrouwen zouden winnen en poulewinnaar zouden worden", zegt hij.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron
    NOS Voetbal
    “Polen door op EK na magere zege op Oekraïne” (Dinsdag 21 juni 2016, 19:51), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 november 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Oranje EK-kwartfinale is voor Doetinchem 'de kers op de taart'” (Zaterdag 29 juli 2017, 10:41), NOS