portugisisker

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • por·tu·gi·sis·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse zelfstandignammwoordsvorm met het achtervoegsel -isk en met de wooruitgang -er
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

portugisisker

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van portugisisk