portretteert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • por·tret·teert

Werkwoord

vervoeging van
portretteren

portretteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van portretteren
    • Jij portretteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van portretteren
    • Hij portretteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van portretteren
    • Portretteert!