polycule
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·ly·cule
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | polycule | polyculen polycules |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- netwerk van meer dan twee mensen die onderling duurzame liefdesrelaties met elkaar onderhouden
Gangbaarheid
- Het woord 'polycule' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.