plombeert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plom·beert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
plomberen |
plombeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plomberen
- Jij plombeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plomberen
- Hij plombeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van plomberen
- Plombeert!
Gangbaarheid
- Het woord plombeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.