pleurt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pleurt

Werkwoord

vervoeging van
pleuren

pleurt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleuren
    • Jij pleurt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleuren
    • Hij pleurt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pleuren
    • Pleurt!