planoconvex

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pla·no·con·vex
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen planoconvex
verbogen planoconvexe
partitief planoconvex

Bijvoeglijk naamwoord

planoconvex

  1. met een vlakke en een bolle kant
     De kijker, die bestaat uit een buis van bijna vier meter met een planoconvex objectief en een eenvoudig oculair, vergroot al met al ongeveer vijftig keer, en Christiaan richt hem op Saturnus.[1]
     Deze vormen hebben doorgaans één plattere en één bollere kant, wat een planoconvex profiel oplevert.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 22 mei 2022 Weblink bron
    Hugh Aldersey-Williams (vert.Ineke van den Elskamp & Gerrit Jan Wallinga)
    “Een eeuw van licht” (2020), Uitgeverij De Bezige Bij b.v., Amsterdam, ISBN 9789400405608, hfst. 7
  2. Bronlink geraadpleegd op 22 mei 2022 Weblink bron
    Karen Verschueren
    “Amber in de Griekse Bronstijd : Hoe amber, specifiek in de vorm van verdeelkralen, nieuw licht kan werpen op Myceense langeafstandscontacten”, masterscriptie (2010), Universiteit Gent, p. 21