planking

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plan·king
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord planking
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het plankingo

  1. op vreemde plaatsen zo stijf als een plank gaan liggen met het gezicht naar beneden en dat fotograferen en publiceren op internet
     Internethypes kunnen leuk en spannend maar ook dodelijk zijn. Dat blijkt nu in Australië een 20-jarige jongen is omgekomen bij 'planking'. Daarbij maken internetters op zo vreemd mogelijke plaatsen foto's van zichzelf, terwijl ze zo stijf als een plank liggen. Deze jongen probeerde dat te doen op het randje van zijn balkon op de zevende verdieping, maar viel naar beneden.[2]
     Rugbyer Danny McGuire is erg goed in planking, zo goed zelfs, dat hij het tientalle centimeters boven de grond kan[3]
     8 uur, 15 minuten en 15 seconden: zo lang bleef de 62-jarige George Hood in een plank-houding staan. Daarmee heeft hij het wereldrecord planking gebroken. De Amerikaan begon in 2011 met planken en trainde voor zijn wereldrecordpoging zo'n zeven uur per dag. Oh, en nadat hij ruim 8 uur had geplankt, drukte hij zich ook nog 75 keer op.[4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. planking op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron “Australiër 'plankte' één keer te vaak” (Zondag 15 mei 2011, 13:36), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron “Vreemde gezichten in de sportweek in foto's” (Maandag 9 oktober 2017, 08:42), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 juni 2023 Weblink bron “En dan nog even dit:” (Dinsdag 25 februari 2020, 06:58), NOS