pissertje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pis·ser·tje
Zelfstandig naamwoord
het pissertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pisser
Gangbaarheid
- Het woord pissertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pissertje" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be