pieremachochel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pie·re·ma·cho·chel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘logge vrouw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1931 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord pieremachochel pieremachochels
verkleinwoord pieremachocheltje pieremachocheltjes

Zelfstandig naamwoord

de pieremachochelv / m

  1. (schertsend) aanduiding voor een log of wonderlijk persoon of voorwerp, vaak gebruikt voor een zonderling (aftands) bootje

Meer informatie

Gangbaarheid

43 % van de Nederlanders;
5 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen