perfectioneert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·fec·ti·o·neert

Werkwoord

vervoeging van
perfectioneren

perfectioneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van perfectioneren
    • Jij perfectioneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van perfectioneren
    • Hij perfectioneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van perfectioneren
    • Perfectioneert!