perceptueel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  perceptueel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• per·cep·tu·eel

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van perceptie met het achtervoegsel -eel

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	perceptueel	perceptueler	perceptueelst
verbogen	perceptuele	perceptuelere	perceptueelste
partitief	perceptueels	perceptuelers	-

Bijvoeglijk naamwoord

perceptueel

1. met betrekking tot de perceptie (waarneming met de zintuigen), zintuiglijk

Gangbaarheid

• Het woord perceptueel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "perceptueel" herkend door:

92 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.