pasverworven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pas·ver·wor·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pas en verworven zn
Bijwoord
pasverworven
- recent verkregen; recent machtig geworden
- ▸ Maar Nederlands leren stopt niet aan de deur van het leslokaal. Anderstaligen moeten ook de kans krijgen hun pasverworven taalkennis te oefenen in de praktijk. En daar wringt nog vaak het schoentje. Wanneer een anderstalige bijvoorbeeld in het Nederlands een brood wil bestellen of bij de gemeente een vraag stelt, schakelt zijn gesprekspartner vaak over op het Engels. Maar op die manier wordt de anderstalige eigenlijk een kans ontzegd om zijn nieuwe taal te oefenen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'pasverworven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron bvb“Taalboulevard.be wil anderstaligen meer kansen geven om hun Nederlands te oefenen” (27/10/2011), De Standaard