pasverworven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pas·ver·wor·ven
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

pasverworven

  1. recent verkregen; recent machtig geworden
     Maar Nederlands leren stopt niet aan de deur van het leslokaal. Anderstaligen moeten ook de kans krijgen hun pasverworven taalkennis te oefenen in de praktijk. En daar wringt nog vaak het schoentje. Wanneer een anderstalige bijvoorbeeld in het Nederlands een brood wil bestellen of bij de gemeente een vraag stelt, schakelt zijn gesprekspartner vaak over op het Engels. Maar op die manier wordt de anderstalige eigenlijk een kans ontzegd om zijn nieuwe taal te oefenen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 februari 2022 Weblink bron
    bvb
    “Taalboulevard.be wil anderstaligen meer kansen geven om hun Nederlands te oefenen” (27/10/2011), De Standaard