partijnaam

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·tij·naam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord partijnaam partijnamen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de partijnaamm

  1. de naam van een politieke partij
     Wat had hij de AKP-ml, de communistische arbeiderspartij marxist-leninisten, in godsnaam te zeggen gehad? Haar ironie kreeg extra nadruk doordat ze de partijnaam in het Zweeds zei.[2]
     Om voor registratie in aanmerking te komen mag de naam niet te lang zijn, niet op een andere partijnaam lijken of misleidend zijn, staat in de wet.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044640496
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron “Recordaantal partijnamen voor verkiezingen geregistreerd” (Woensdag 30 december 2020), NOS