parkeerde wild
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- par·keer·de wild
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wildparkeren |
parkeerde (...) wild
- enkelvoud verleden tijd van wildparkeren
- Ik parkeerde wild.
- Jij parkeerde wild.
- Hij, zij, het parkeerde wild.
- Ik parkeerde wild.
Gangbaarheid
- Het woord parkeerde wild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.