parachutefakkel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·ra·chu·te·fak·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van parachute zn en fakkel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parachutefakkel | parachutefakkels |
verkleinwoord | parachutefakkeltje | parachutefakkeltjes |
Zelfstandig naamwoord
- een brandende, lichtgevende toorts die in zijn val wordt geremd door een valscherm
Gangbaarheid
- Het woord 'parachutefakkel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.