padel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·del
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Spaans
enkelvoud meervoud
naamwoord padel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het padelo

  1. sport waarbij men net als bij tennis een bal over een net moet slaan met een racket maar waarbij men ook de wanden en de hekken rond de baan mag gebruiken om tegen te kaatsen
     De World Padel Tour heeft deze week - voor het eerst - een toernooi in Nederland. De wereldtop is in Amsterdam, ook een aantal Nederlanders. Maar het niveauverschil is groot.[1]
     Ook schaakgrootmeesters verschijnen tegenwoordig fitter dan ooit aan het bord. "Schaken is veel professioneler geworden als je kijkt naar twintig, dertig jaar terug", zegt Jorden van Foreest. "Ik heb met Magnus Carlsen samengewerkt, een speler die enorm op zijn fysiek gesteld is. Voor hem is het altijd belangrijk om tijdens een trainingskamp veel te bewegen: voetballen, zwemmen en padel."[2]
     Bij tennisclubs, in oude loodsen, op industrieterreinen; op steeds meer plekken in Nederland kun je tegenwoordig terecht voor een potje padel. De sport, die lijkt op een mix van tennis en squash, is razend populair en de banen schieten als paddenstoelen uit de grond.[3]
Afgeleide begrippen



Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Nederlandse padelspelers meten zich - voor het eerst - met wereldtop” (Woensdag 28 september 2022, 19:53), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron
    Rens Went
    “Schaken is topsport: 'Extreme vorm van cognitieve inspanning'” (Maandag 17 januari 2022, 06:07), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron
    Gijs Uilenbroek
    “Padel is booming, maar voor topspelers geen vetpot: 'Een vijftienjarenplan'” (Woensdag 8 december 2021, 15:09), NOS