paalden aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paal·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanpalen

paalden (...) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanpalen
    • Wij paalden aan. 
    • Jullie paalden aan. 
    • Zij paalden aan. 

Gangbaarheid