overspanden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overspanden (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovɛrˈspɑndə(n) / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌovərˈspɑndə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌovərˈspɑndə(n)/
Woordafbreking
- over·span·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overspannen |
overspanden
- meervoud verleden tijd van overspannen
- Wij overspanden.
- Jullie overspanden.
- Zij overspanden.
- Wij overspanden.