opscharrel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opscharrel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·schar·rel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opscharrelen |
opscharrel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opscharrelen
- ... dat ik opscharrel.