opmuntre
Uiterlijk
- op·mun·tre
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opmuntre |
opmuntrer |
opmuntrede |
opmuntret |
volledig |
opmuntre
- [2]: opmuntring
- [2]: opmuntrende ord
bemoedigende woorden
- opmuntre in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk