opgepikt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ge·pikt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: oppikken…
verbogen vorm: opgepikte

opgepikt

  1. voltooid deelwoord van oppikken
  2. vormt de lijdende vorm
     We kregen al snel een lift naar de weg waar ik vijf dagen geleden door de politieagent werd opgepikt.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia