openbaart

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • open·baart

Werkwoord

vervoeging van
openbaren

openbaart

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbaren
    • Jij openbaart. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openbaren
    • Hij openbaart. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van openbaren
    • Openbaart!