ontkalkt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·kalkt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van ontkalken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontkalken |
ontkalkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkalken
- Jij ontkalkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkalken
- Hij ontkalkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontkalken
- Ontkalkt!
vervoeging van: | ontkalken… |
verbogen vorm: | ontkalkte |
ontkalkt
- voltooid deelwoord van ontkalken