onmenselijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·men·se·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onmenselijk onmenselijker onmenselijkst
verbogen onmenselijke onmenselijkere onmenselijkste
partitief onmenselijks onmenselijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

onmenselijk

  1. niet goed voor de medemens
    • Er waren vele onmenselijke toestanden in die gevangenis. 
     Engeland was ook het probleem niet, er was geen enkele reden voor mededogen met de onmenselijke Engelsen.[1]
Antoniemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be