ongelijmd

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ge·lijmd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen ongelijmd
verbogen ongelijmde
partitief ongelijmds

Bijvoeglijk naamwoord

ongelijmd [1]

  1. zonder dat er lijm is gebruikt
    • De voorzitter: ,,Maar die verhuizing vergt veel tijd, want je moet tegenwoordig veel vergunningen regelen. Er dient bijvoorbeeld een calamiteitenplan klaar te liggen. Alles draait om het garanderen van de veiligheid. Ook hier in het dorp komen buitengewoon opsporingsambtenaren controleren of de vluchtgangen goed zijn, of er voldoende EHBO’ers aanwezig zijn en of het gebruikte hout ongelijmd en niet geschilderd is.’’ [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen