ongekruide

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ge·krui·de
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

ongekruide

  1. verbogen vorm van de stellende trap van ongekruid
     Of wat ook een prima sausje is: ongekruide tomatensap, twee rode pepers, geroosterde komijn, knoflook en kardamom in de keukenmachine, even kort opkoken.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 8 maart 2020 Weblink bron
    Marjoleine de Vos
    “Mager koken moet ongemerkt” op nrc.nl op Wikipedia