ongedocumenteerds

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ge·do·cu·men·teerds
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

ongedocumenteerds

  1. partitief van de stellende trap van ongedocumenteerd
     Afgezien van het feit dat het immer gevaarlijk is iets ongedocumenteerds in te vullen op grond van de veronderstelde normaliteit ervan, spoort de volledige afwezigheid van vermeldingen van muzikale activiteiten van de mannelijke Muiden-gangers in feite met het musiceer-patroon dat de amateur-muziekbeoefenaars in de betere zeventiende-eeuwse kringen aan de dag leggen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 november 2020 Weblink bron
    Rudolf Rasch
    Muziek in de Muiderkring in: De zeventiende eeuw., jrg. 8 nr. 1 (1992), p. 154