onconditioneler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·con·di·ti·o·ne·ler
Bijvoeglijk naamwoord
onconditioneler
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van onconditioneel
Gangbaarheid
- Het woord 'onconditioneler' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.