onafzetbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onafzetbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·af·zet·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onafzetbaar | onafzetbaarder | onafzetbaarst |
verbogen | onafzetbare | onafzetbaardere | onafzetbaarste |
partitief | onafzetbaars | onafzetbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onafzetbaar
- niet afgezet kunnen worden
- De president die voor het leven benoemd is, was onafzetbaar.
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord onafzetbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.