omspant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·spant
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omspannen |
omspant
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspannen
- Jij omspant.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspannen
- Hij omspant.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omspannen
- Omspant!
Verwante begrippen
vervoeging van |
---|
omspannen |
omspant