oligopolistisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oli·go·po·lis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van oligopolist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oligopolistisch | oligopolistischer | |
verbogen | oligopolistische | oligopolistischere | |
partitief | oligopolistisch | oligopolistischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
oligopolistisch
- met betrekking tot het oligopolisme
Gangbaarheid
- Het woord oligopolistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.