off-duty

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˌɒfˈdjuːtɪ/
Woordafbreking
  • off-·duty
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
off-duty

Bijvoeglijk naamwoord

off-duty

  1. niet dienstdoend
    «He was treated on scene by an off-duty paramedic and Ocean Rescue crews.»
    Hij werd ter plekke door een niet dienstdoende reddingswerker en de Zee-Reddingsdienst behandeld.