oefentoetsen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oefentoetsen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈufənˌtutsə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- oe·fen·toet·sen
Woordherkomst en -opbouw
- oefentoets met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de oefentoetsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord oefentoets
- ▸ Psycholoog Mart Visser, gespecialiseerd in de Citotoets, betreurt het dat veel basisscholen een groot deel van groep 8 besteden aan oefentoetsen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord oefentoetsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Derk Walters“Alles om te ‘slagen’ voor de Citotoets” (5 februari 2007) op nrc.nl