oefentoets

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oe·fen·toets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oefentoets oefentoetsen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de oefentoetsm

  1. (onderwijs) reeks opgaven om na te gaan of bepaalde lesstof voldoende wordt beheerst om een echt examen met succes af te leggen
     Om optimaal voorbereid te zijn op de dag van de toets, maken veel leerlingen de zogeheten TIP-toets. Wie die maakt, wordt getipt voor een goed resultaat bij de CITO-toets, want de TIP-toets is een oefentoets ter voorbereiding op de echte.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 14 februari 2020 Weblink bron
    Dirk Wolthekker
    “Test en toets; Ook een slim kind kan laag scoren” (20 februari 1997) op nrc.nl op Wikipedia