obsedeert
Uiterlijk
- ob·se·deert
vervoeging van |
---|
obsederen |
obsedeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van obsederen
- Jij obsedeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van obsederen
- Hij obsedeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van obsederen
- Obsedeert!
- Het woord obsedeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.