nop
Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
- In de betekenis van ‘knoop, propje’ voor het eerst aangetroffen in 1252 [1]
nop v/m
- een niet puntig uitsteeksel
- Op de vloer met nop glij je minder makkelijk uit.
- Door de noppen op de voetbalschoen glijden de spelers niet uit op het gras.
nop
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van noppen
- gebiedende wijs van noppen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van noppen
92 % |
van de Nederlanders;
|
69 % |
van de Vlamingen.[2]
|