nomofobie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- no·mo·fo·bie
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van No mobile-phone fobie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nomofobie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de nomofobie v
- stress veroorzaakt door het niet beschikbaar hebben van een mobiele telefoon
- ▸ Hoewel heel wat van de ondervraagden zegden hun smartphone op reis vooral te gebruiken om de gps te raadplegen, woorden te vertalen of hun reis verder uit te stippelen, gaven anderen toe dat ze de connectie gewoon niet konden doorknippen. Kortom: ze hebben last van nomofobie, de overmatige angst om niet bereikbaar te zijn via de smartphone.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord nomofobie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Verplichte digitale detox in dit vakantieresort op Bali” (23/11/2018), De Standaard