noemende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- noe·men·de
Werkwoord
vervoeging van: | noemen |
noemende
- verbogen vorm van noemend, het onvoltooid deelwoord van noemen
Bijvoeglijk naamwoord
noemende
- verbogen vorm van de stellende trap van noemend
vervoeging van: | noemen |
verbogen vorm: | noemendee |
noemende
noemende