noël
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- no·ël
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noël | noëls |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de noël m
Gangbaarheid
- Het woord noël staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.